Binnen de wereld van gespierde lichamen word je dood gegooid met terminologie. Vroeger werden er wel eens uitspraken gedaan in de richting van: “Veel spieren, weinig hersens”. Dan zal ik toch maar even met de deur in huis vallen. Om spieren te kweken heb je wel degelijk een stel hersens nodig. Het analyseren van je behoeftes en leefstijl is niet in drie tellen gebeurd… Er zijn vele verschillende formules, benamingen, methodieken en ook meningen, hier binnen zul je een wel afgewogen keuze moeten maken. In dit artikel leg ik een aantal afkortingen uit. Deze hebben allemaal te maken met je energieverbruik, toch verschillen ze van elkaar.
TDEE: Total Daily Energy Expenditure
TDEE staat als afkorting voor je totale dagelijkse energiebesteding. Deze is opgebouwd uit EAT, TEF, NEAT en BMR.
BMR: Basal Metabolic Rate
BMR is waarschijnlijk de meest bekende term in Nederland. Het staat voor Basal Metabolic Rate. Mathias (2016) benoemd dat dit je energieverbruik is in rust, dus wanneer je de hele dag niets zou doen verbruikt je lichaam al zoveel calorieën. Je lichaam heeft deze energie nodig voor de minimale beweging, temperatuur regulatie en het functioneren van alle cellen. Bijna 80 procent van deze energiebehoefte wordt gebruikt voor je brein, hart, skeletspieren en lever. Oudere mensen hebben vaak een lagere BMR dan jongere mensen, stoelgang en spiermassa hebben hiermee te maken. Ook mannen hebben van nature vaak meer spiermassa, hun BMR is daardoor vaak hoger dan die van vrouwen. Je BMR kan uitgerekend worden volgende de Harris en Benedict formule (Frankenfield et al., 1998).
Harris en Benedict- formule:
- BMR Vrouwen -> 655 + (9,6 x gewicht in kilo´s) + (1,8 x lengte in cm) – (4,7 x leeftijd in jaren)
- BMR Mannen -> 66 + (13.7 x gewicht in kilo´s) + (5 x lengte in cm) – (6,8 x leeftijd in jaren)
Frankenfield et al. (1998) hebben in hun onderzoek gekeken naar de validiteit en de betrouwbaarheid van deze methodiek. De methode stamt uit het begin van de 20ste eeuw en is ontwikkeld om een standaardisering of criterium te bepalen zodat mensen met elkaar vergeleken konden worden en een algemeen advies gevorm kon worden. Uit hun onderzoek blijkt dat deze methodiek nog steeds uitermate geschikt is.
NEAT: Non-exercise activity thermogenesis
Levene (2004) beschrijft dat de afkorting NEAT staat voor Non-Exercise Activity Thermogenisis. Dit staat gelijk aan de energie die wordt gebruikt voor alle activiteit buiten slapen, eten of sporten om. Denk hierbij aan het wandelen naar werken, werken in de tuin of bijvoorbeeld fietsen. NEAT kan op twee manieren worden berekend. Allereerst kan je je totale dagelijkse verbruik bepalen waar vervolgens jouw BMR en het thermische effect van voeding vanaf getrokken wordt. Hierdoor houd je je extra beweging over. De tweede methode is om al het extra verbruik bij elkaar op te tellen (bijvoorbeeld: 45 minuten fietsen, 15 minuten stofzuigen en 20 minuten dweilen). De NEAT van een persoon is volgend Levene (2004) afhankelijk van een aantal factoren. De participatie in de maatschappij, de omgeving waarin iemand leeft, leeftijd, geslacht en genetische aanleg.
TEF: Thermic Effect of Food
Het thermische effect van voeding heeft te maken met de moeite die je lichaam moet doen om het te verwerken. Zo hebben een eiwitten een hogere thermische waarde dan vetten. Er gaat bij de verwerking van voeding namelijk energie verloren, dit gebeurd in de vorm van hitte. Onbewerkte voeding heeft ook weer een groter thermisch effect dan bewerkte voeding. Zahorska-Markiewicz (1980) deed een onderzoek naar dit fenomeen. Zij gebruikte hiervoor groep A (mensen met gezond gewicht) en groep B (mensen met obesitas) en vergeleek de TEF. Uit de resultaten kwam naar voren dat de TEF waarde hetzelfde was: 13 tot 18 procent. De potentie voor de volledige 18 procent werd echter waargenomen bij groep A. Dit komt doordat bij de mensen met obesitas niet tot weinig werd gesport. Sporten heeft dus een gunstige invloed op je TEF.
EAT: Exercise activity thermogenesis
Dit is simpel gezegd de energie die je besteed aan training (Black et al. 1996). Dit wordt weer opgeteld bij de beweging die je buiten je sport om doet.
NREE: Not Resting Energy Expenditure
Deze term word in de tabel gebruikt als overkoepelende term en maakt de berekening gemakkelijker. Je zou hiernaar kunnen kijken als: alle extra activiteiten (NEAT + EAT) + je TEF. Aks je alle extra activiteiten te samen wilt schatten kan je je AMR is (active metabolic rate) berekenen. Je AMR staat gelijk aan alle extra beweging oftewel activiteitenniveau (Mathias, 2016).
Leefstijl | Factor |
Weinig tot geen dagelijkse beweging | 1,2 |
1-3x per week trainen | 1,375 |
3-5x per week trainen | 1,55 |
6-7x per week trainen | 1,725 |
2x per dag trainen | 1,9 |
Je gebruikt deze activiteitsfactor als aanvulling op je BMR en TEF. De formule voor je TDEE word dan BMR x AMR. Eventueel kan je je TEF nog meenemen (Oosterwijck, 2016).
Concluderend
De terminologieën waarmee word gegooid zijn vaak kleine onderdelen van elkaar. Zoals je ziet hebben al deze termen iets met elkaar te maken maar berekenen ze een totaal ander onderdeel van je energieverbruik.
Black et al. (1996). Human energy expenditure in affluent societies: an analysis of 574 doubly-labelled water measurements. Frankenfield, D., C., Muth, E., R., Rowe, W., A. (1998). The Harris-Benedict studies of human basal metabolism: history and limitations. Journal of the American Dietetic Association, 98(4), 439-445. Levene, J., A. (2004). Endocrinology and Metabolism. American Journal of Physiology, 286(5), 675-685. doi: 10.1152/ajpendo.00562.2003 Mathias D. (2016). Staying Healthy From 1 to 100. Springer, Berlin, Heidelberg Oosterwijck, M., van (2016). Fitchef. Zahorska-Markiewicz, B.(1980). Thermic effect of food and exercise in obesity. European Journal of Applied Physiology and Occupational Physiology, 44(3), 321-235