Spiergeheugen is een term die gebruikt wordt wanneer men praat over het feit dat het makkelijker is om opnieuw spiermassa op te bouwen, na bijvoorbeeld een blessure, dan wanneer het daadwerkelijk nieuw spiermassa zou zijn. In dit artikel ga je antwoord krijgen op een aantal vragen. Bestaat spiergeheugen daadwerkelijk? Zo ja, hoe werkt het dan en hoe kan ik deze kennis gebruiken om slim om te gaan met het opbouwen van spiermassa.
De gedachte over spiergeheugen
Als we er van uit gaan dat je een aantal jaar hebt getraind, dan heb je waarschijnlijk al redelijk wat spiermassa opgebouwd. Ga je om de een of andere reden niet meer naar de sportschool, laten we zeggen een blessure, dan kan het lang duren voordat je weer serieus aan de gang kan. Er voor zorgen dat je spiermassa minder wordt.
Mocht je vervolgens weer gaan sporten, dan duurt het een stuk korter voordat je hetzelfde aan spier hebt teruggewonnen dan dat je er in eerste instantie over hebt gedaan. Er zijn meerdere gedachtegangen achter dit fenomeen.
Eén daarvan was nog van vóór 2010. Men wist dat een bepaalde beweging als het ware opgeslagen wordt in je hersenen en in je zenuwstelsel. Dit komt door de adaptatie die wij als mensen kunnen maken. Neem het voorbeeld van het fietsen of schaatsen. Als je dit eenmaal geleerd hebt, zul je het waarschijnlijk niet meer afleren. Mocht het toch afgeleerd zijn, dan zul je de draad snel weer kunnen oppakken, omdat de beweging wordt herkend.
Dit kan ook teruggebracht worden naar prestaties in de sportschool. Squats, deadlifts en bench presses zijn aardig ingewikkelde oefeningen, als je ze perfect uit wilt voeren. Als je ze eenmaal beheerst, hoef je in principe niet heel erg na te denken over de uitvoering van de oefening. Ook na het lang niet meer uitvoeren van één of meerdere van deze oefeningen, zul je ze zo weer kunnen oppakken. Het klinkt heel logisch en dit verklaart waarom je snel je oude vorm en prestaties zou kunnen herpakken. Het verklaart alleen niet waarom je dan ook sneller je spiermassa terug zou krijgen. In 2010 werd er echter een artikel gepubliceerd door Bruusgaard et. al. waarin een aantal dingen duidelijker werden (Bruusgaard, Johansen, Egner, Rana, & Gundersen, 2010).
Nucleus
Elke cel in ons lichaam, inclusief onze spiercellen, bevatten een nucleus (celkern). De meeste cellen bevatten simpelweg één nucleus, maar onze spiercellen bevatten er veel meer. Deze nuclei zijn als het ware de regelcentra van onze cellen.
Omdat elke spiercel meerdere nuclei bevat, wordt zo’n cel opgedeeld in meerdere stukjes. Elke nuclei heeft zijn eigen deel van de spiercel en zorgt dat alles werkt na behoren. De reden dat er meerdere nuclei in een spiercel zitten is dat één kern niet de gehele cel kan overzien. Mocht een spier dus gaan groeien, dan kan het niet anders dan dat er meerdere nuclei bij moeten komen.
De nucleus tijdens periodes zonder sport
In dit zelfde artikel werd duidelijk dat de nuclei in de spiercellen beschermd waren tegen de apoptose van inactief spierweefsel, oftewel het afbreken van de spiercellen. Dit zorgde er voor dat er wel spiermassa verloren raakte, maar de nuclei bleven bewaard. Een interessant model dat is gemaakt zal ik hieronder weergeven.
Fig. 1Als we dit model afgaan, beginnen we bij ‘First Training’. Na de training, begint het anabole proces. Je spieren beginnen te groeien en er worden meer nuclei aangemaakt. Na een periode van training heb je een redelijke massa aan spier opgebouwd. We bereiken het kopje ‘hypertrophy’. Vervolgens stop je met sporten, waardoor je dus je spiermassa verliest (atrophy). We zien dat de witte stipjes nog evenveel zijn, maar dat de spier wel gekrompen is. Ga je weer opnieuw trainen, dan zal deze tijd aanzienlijk korter zijn omdat de nuclei niet meer gevormd hoeft te worden.
Gebruik van spiergeheugen
Nu het duidelijk is dat spiergeheugen er voor zorgt dat wij snel spiermassa terug kunnen winnen na een periode van rust. Is het niet erg als je een periode niet kan trainen om een bepaalde reden. Het is dus ook niet slim om tijdens een blessure toch maar die uren in de sportschool te maken, omdat je bang bent om je massa te verliezen. Het risico dat je blessure erger wordt weegt veel zwaarder dan de spiermassa die je verliest.
Een studie van Ogasawara et. al. laat nog eens zien dat periodes van rust niet perse zorgen voor een verminderd resultaat. In deze studie werd een programma opgezet van 24 weken lang. Er werden twee groepen gemaakt. Eén van deze groepen sportte elke week van de 24 weken lang, deze groep wordt aangeduid als constant training group (CTP). De andere groep sportte 6 weken lang en kreeg vervolgens 3 weken rust. Deze groep werd aangeduid als de period training group (PTR). De resultaten van zowel de bicep en de tricep werden bekeken en het bleek dat het eindresultaat bijna net zo groot was van de groep die periodes van rust kreeg (Ogasawara, Yasuda, Ishii, & Abe, 2013).
Fig. 2Time course of changes in cross-sectional area (CSA) of a the triceps brachii (TB) muscle (TB-CSA) and b the pectorlais major (PM) muscle (PM-CSA)
Conclusie
Spiergeheugen is dus gebaseerd op de celkernen in onze spiervezels die blijven bestaan, ook al nemen onze spieren in spiermassa af. De bewegingen die wij onthouden, spelen in principe geen primaire rol in het snel terugwinnen van spiermassa. Wees niet ongerust als je een blessure oploopt en je niet kunt sporten. Het is zeker niet aan te raden om toch de sportschool in te gaan en de kans te lopen om de blessure erger te maken, vooral niet nu we weten dat de spiermassa heel snel terug te winnen is.